Adak, Aqiqa en Shukr Offer

Adak betekent iets doen omwille van Allah, ook al is het niet noodzakelijk om te doen. Een andere definitie is, gelofte doen aan Allah om van een daad een plicht te maken. Geloften gemaakt ter wille van Allah zijn daden die vervuld moeten worden en geldig zijn in de ogen van Allah. Allah de Almachtige zegt in de Koran: "Laat hen dan de voorgeschreven verplichtingen afmaken." (Soera Hadj, 22:29). Hetgeen wat wordt toegewijd, moet in de vorm van aanbidding zijn. Enkele voorbeelden zijn: "Ik zal drie dagen vasten", "Ik zal zoveel bidden", "Ik zal offers brengen." Het is toegestaan en geldig om een gelofte af te leggen door het uit te spreken. Er zijn twee soorten Geloften (Adak); voorwaardelijke (muallak) en onvoorwaardelijke (gayrimuallak). Nezir (verplichtingen) zijn ook in tweeën verdeeld; als voorwaardelijk en niet-voorwaardelijk, en deze typen zijn ook onderling verdeeld in verschillende delen. 1) Voorwaardelijke geloften (muallak Adak): Geloften die verbonden zijn aan de realisatie en vervulling van bepaalde zaken. Bijvoorbeeld: "Als mijn ziekte overgaat en ik beter word, zal ik zo lang vasten." of "Ik zal er zoveel offeren als dit." Soms zijn er ook geloften die gebonden zijn aan een gebeurtenis en een toegewijde actie. Bijvoorbeeld: "Als ik zo met iemand praat, ben ik verplicht deze aanbidding te verrichten." Wanneer de gebeurtenis tot stand is gekomen, wordt het verplicht om de toewijding te vervullen. Als de toewijding al is uitgevoerd voordat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden, in het geval van bijvoorbeeld: "Als ik deze baan heb, zal ik voor zoveel vasten."; Als de persoon vast voordat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden en als later de gebeurtenis plaatsvindt, moet de persoon opnieuw vasten. 2) Onvoorwaardelijke geloften (mutlak adak): Deze soorten geloften worden ook in tweeën gedeeld als specifieke (voor de hand liggende) geloften of niet-bepaalde (niet-gespecificeerde) geloften. Bijvoorbeeld: "Ik zal aanstaande donderdag vasten." betekent een zekere onvoorwaardelijke toewijding; "Ik zal tien dagen vasten." Een gelofte die wordt gedaan door uit te spreken, is daarentegen een onvoorwaardelijke (gayrimuallak) gelofte. Wat voor soort Adak er ook gedaan wordt, deze geloften moeten worden vervuld. Indien deze niet vervuld worden, veranderen ze in schulden. De vastgestelde plaats, persoon en hoeveelheden kunnen worden gewijzigd.

De toewijding kan soms een offer zijn. De volgende twee punten zijn belangrijk bij het offer dat wordt geofferd: 1) Het Adak offer moet afkomstig zijn van vierpotige dieren zoals vee en kamelen, zoals in de udhiyye (qurbani-offer) en hedy (het offer dat wordt geofferd door de pelgrim). 2) De persoon die een offer (laat) slachten en de Usûl (moeder, vader, grootmoeder, grootvader en hoger) en füru (zoon, dochter, kleinkinderen en lager) mogen niet eten van het vlees van het Adak offer. Het vlees van het Adak offer wordt volledig aan de armen gegeven. Als degenen die het Adak offer (laten) slachten of degenen die niet mogen eten van het vlees, toch eten van het vlees van de Adak offer, moeten ze de waarde van de hoeveelheid die ze eten aan de armen geven.

Het eerste haar op het hoofd van een pasgeboren baby wordt aqiqa genoemd. Zeven dagen na de geboorte van het kind, na het gedeeltelijk of volledig scheren van het haar op zijn/haar hoofd en het geven van zijn/haar naam, wordt het offer dat wordt geofferd om God te danken ook wel aqiqa-offer genoemd. Dit offer wordt ook wel het "nesik"-offer genoemd. De Aqiqa-offering is een praktijk die is vastgesteld als sunnah (woorden/levenswijze van de profeet Mohammed). Aisha (r.a.) vertelt: "De Boodschapper van Allah (s.a.v.) heeft ons beveelt om twee schapen te offeren als 'aqiqa' voor jongens en één voor meisjes." (Ibn Mace Sunen, Hadith nr: 3163 en 1515). Ook vertelt Aisha (r.a.) over: “Onze Profeet (s.a.v.) offerde aqiqa-offers op de zevende dag van de geboorte van zijn kleinkinderen Hasan en Hussein en noemde ze naar hem.” (Tajrid-i Sarih Vertaling, XI, 401) Aqiqa-offer is mandub volgens de Hanafi-sekte, en sünnet volgens de andere drie grote imams. Aqiqa-offers kunnen worden geofferd vanaf de dag dat het kind wordt geboren tot de puberteit. Maar het is beter om te offeren op de zevende dag. Op de zevende dag krijgt het kind een naam en wordt zijn/haar haar geknipt en goud of zilver geschonken als liefdadigheid naargelang het gewicht van het haar. De voorwaarden die worden nagestreefd om dieren te slachten als Aqiqa-offers, zijn ook de voorwaarden die gelden voor andere offers. De persoon die het aqiqa-offer (laat) slacht(en) en de mensen van het huis mogen eten van dit vlees. Wel wordt een deel ervan weer aan de armen gegeven.

Het offer dat wordt geofferd om Allah bij welke gelegenheid dan ook te bedanken, wordt het offer van dankbaarheid (shukr) genoemd. Een persoon kan een offeren om te bedanken voor het bereiken van een gewenst doel of een zegen heeft gekregen. Het offer dat op deze manier wordt geslacht, is geen Adak offer. Daarom is het niet verplicht om te offeren. De offers die zijn geslacht door de mensen die de temettu- of qiran-bedevaart in de Harem-regio uitvoeren, zijn ook offers van dankbaarheid, doordat ze zowel hadj als umrah in hetzelfde seizoen uitvoeren. Aangezien het dank offer geen Adak offer is, kan het vlees van dit offer ook door de persoon die een offer (laat) slacht(en) en leden van zijn familie worden gegeten. Het kan ook worden gegeven aan de armen.